Daarvoor doe ik het

Geert Popma
Bestuurder Meridiaan College

Bij het Element, een van de scholen van het Meridiaan College, staat op de gevel te lezen: ‘Het Element. Waar passie en talent samenkomen’. Het Meridiaan College bestaat uit vier scholen voor voortgezet onderwijs, ieder met een eigen onderwijsaanbod en een onderscheidend profiel. Wie zit er achter de visie van deze scholengemeenschap. Wat doet een bestuurder nou eigenlijk en wat speelt er op bestuursniveau. Geert Popma, ervaren onderwijsbestuurder, maakt sinds een jaar of drie onderdeel uit van het College van Bestuur van het Meridiaan College. Rustig maar bevlogen en met gevoel voor humor vertelt Geert over het bestuurderschap, kansenongelijkheid, het lerarentekort maar bovenal over samenwerking.

Bij het Element, een van de scholen van het Meridiaan College, staat op de gevel te lezen: ‘Het Element. Waar passie en talent samenkomen’. Het Meridiaan College bestaat uit vier scholen voor voortgezet onderwijs, ieder met een eigen onderwijsaanbod en een onderscheidend profiel. Wie zit er achter de visie van deze scholengemeenschap. Wat doet een bestuurder nou eigenlijk en wat speelt er op bestuursniveau. Geert Popma, ervaren onderwijsbestuurder, maakt sinds een jaar of drie onderdeel uit van het College van Bestuur van het Meridiaan College. Rustig maar bevlogen en met gevoel voor humor vertelt Geert over het bestuurderschap, kansenongelijkheid, het lerarentekort maar bovenal over samenwerking.

Toen een studie scheikunde geen succes bleek koos hij voor het onderwijs, een wereld die een stuk beter bij hem leek te passen. Schot in de roos, want Geert is nu al meer dan dertig jaar met plezier werkzaam in het onderwijs. Vandaag de dag weliswaar als bestuurder, en niet meer als docent Engels zoals toen hij in 1985 begon, maar nog steeds met dezelfde liefde voor het vak. Verschillende functies passeerden de revue: Geert was docent Engels, lerarenopleider en studieleider in het hbo, werd locatiedirecteur in het voortgezet onderwijs en begon in 2018 aan zijn derde klus als onderwijsbestuurder. De rode draad in zijn onderwijscarrière? Samenwerking en de kracht daarvan.

Samenwerking
Het eerste dat Geert opviel toen hij zo’n drie jaar geleden als bestuurder voor het Meridiaan College aan de slag ging, was dat er ruimte was voor samenwerking. “Je wilt als school immers niet op een eiland zitten”, vertelt hij. Binnen de regio is de school sinds zijn start verschillende mooie samenwerkingen aangegaan, met name in de wat kleinere regio Amersfoort zou je die samenwerking zelfs best nauw kunnen noemen. Huisvesting is hier bijvoorbeeld gedecentraliseerd van de gemeente naar coöperaties van besturen.

Ook werkt het Meridiaan er samen met de lerarenopleidingen van de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht aan om een opleidingsschool te worden. In een driejarig project dat is gestart in 2019 wordt gewerkt aan een gestructureerde samenwerking bij de begeleiding van studenten en bijvoorbeeld aan een sterk inductietraject voor startende docenten.

Het lerarentekort is een van de regionale uitdagingen. Ook hierop is wat Geert betreft samenwerking een beter antwoord dan concurrentie. Daarom is de regionale aanpak personeelstekort een waardevolle aanpak die niet alleen financieel iets bijdraagt, maar ook een mooie gelegenheid is om samen met de twee betrokken v.o. besturen, twee mbo’s en de HU en UU na te denken, met elkaar mee te kijken en van elkaar te kunnen leren.

Verbinden
Op de vraag wat een bestuurder nou eigenlijk doet, valt direct het woord ‘verbinden’. Aan de hand van een zogenaamd 6R-model legt Geert rustig maar bevlogen uit hoe hij vormgeeft aan zijn rol. Het model beschrijft in feite de manier van samenwerken tussen het bestuur en de scholen. Kort samengevat benadrukt het een volwassen relatie tussen het bestuur en de medewerker, waarbinnen het bestuur richting en ruimte geeft, en de scholen resultaten leveren waarover rekenschap wordt afgelegd. Het model combineert dus eigenlijk de kracht van een hiërarchische aansturing met de kracht van autonome medewerkers. Het gaat er van uit dat bestuur en medewerker elkaar wederzijds ondersteunen bij het behalen van resultaten, op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Je merkt aan alles dat dit voor Geert niet zomaar een bestuursmodel is, dat hij gelooft in deze manier van werken en dat hij met volle overtuiging staat voor gedeeld eigenaarschap en gedeeld leiderschap.

“Als je de professionaliteit die binnenshuis aanwezig is, in weet te zetten binnen een bepaalde richting, dan werkt ruimte”

 

Daarvoor doe ik het
Een goede bestuurder heeft volgens Geert een flinke dosis passie voor zijn werk, passie voor het onderwijs en hart voor zijn leerlingen nodig. Zelf is hij nog altijd blij om in het onderwijs te mogen werken: “Mensen zien groeien en bloeien, en daar onderdeel van uit mogen maken, dat is een groot voorrecht”. Op de werkkamer van Geert hangen kunstwerken van leerlingen, dit symboliseert iets maar houdt hem ook bij de les. Elke dag de toetssteen: “Wat heb ik nou gedaan om te zorgen dat de onderwijservaring van leerlingen minstens goed is, maar liefst nog een tikkie beter?“.

Geert: “Je zou eigenlijk voortdurend moeten denken: ‘Daarvoor doe ik het’.”

 

Kansenongelijkheid
Hoog op de agenda staat bijvoorbeeld het bestrijden van kansenongelijkheid. Kansenongelijkheid in het onderwijs is een groot probleem, ook in Nederland, en de verschillen tussen leerlingen met lager en hoger opgeleide ouders zijn toegenomen. Leerlingen met dezelfde cognitieve capaciteiten, maar met verschillende achtergronden, komen niet op hetzelfde onderwijsniveau terecht. Hierdoor volgen veel leerlingen voortgezet onderwijs dat niet past bij wat zij in hun mars hebben.

Samen met een collega-bestuurder is Geert de initiator van een het project rondom kansengelijkheid, een belangrijk thema in de regio Amersfoort.

“Ik vind het niet te verdragen dat het zo bepalend is wat je ouders gestudeerd hebben en hoeveel ze verdienen, voor jouw succes als leerling. Dat kan niet. En dat mag niet. Dat proberen we hier in Amersfoort aan te gaan pakken.”

Op regionaal niveau dus, want: “Misschien dat als je als stad zo’n thema omarmt, samen met wetenschappers kijkt welke factoren daar nou een rol in spelen en samen een onderzoekende houding aanneemt, dat je echt verandering teweeg kunt brengen”, aldus Geert.

Geert vertelt dat hij vroege selectie als een van de hoofdoorzaken van kansenongelijkheid ziet. Geert is dan ook enorm blij met het advies van de Onderwijsraad dat eerder dit jaar is uitgebracht: ‘Later selecteren, beter differentiëren’. De raad adviseert hierin om later te selecteren, zodat elke leerling meer tijd en mogelijkheid heeft om zich vanuit zijn of haar capaciteiten te ontwikkelen, maar ook om beter te differentiëren door het onderwijs flexibeler en meer op maat aan te bieden, al vanaf de basisschool. Zo wordt beter ingespeeld op de verschillende leerbehoeften van leerlingen. Dit advies hoeft dan misschien niet klakkeloos overgenomen te worden, het is zeker het overwegen waard, meent hij.

“We differentiëren nu extern. We stoppen leerlingen al op jonge leeftijd in hokjes en elk hokje behandelen we anders. Wat je zou willen is dat er in een groep leerlingen, die gemengd bij elkaar zitten, intern gedifferentieerd wordt. Dat kan per onderwerp en per vak anders zijn. Zodat talenten op bijvoorbeeld het gebied van wiskunde, goed tot hun recht komen. Voorwaarde is dat je niet een eenheidsworst in de klassen hebt, daar is echt differentiatie voor nodig.”

 

Lerarentekort
Dat er in Nederland te weinig goede leerkrachten zijn, dat zal niemand zijn ontgaan. Dat dit thema dus ook speelt op bestuursniveau kan haast niet anders. Ook voor Geert staat het lerarentekort hoog op de agenda. Maar hoewel er vanuit scholen zelf het nodige gedaan kan worden zal er wat Geert betreft ook van buitenaf iets moeten veranderen en dan niet in de vorm van incidentele middelen, want daar schiet je op de lange termijn betrekkelijk weinig mee op.

Wat er dan wel moet gebeuren? Geert is ervan overtuigd dat het huidige imago van het onderwijs in ieder geval niet helpt:

“Als je onderwijs hebt dat door de maatschappij belangrijk gevonden wordt, dan heb je dus ook de middelen om het aantrekkelijker te maken in het onderwijs te werken en doe je ook iets aan het imago van het onderwijs.”

Geert vertelt dat Finland hier een mooi voorbeeld van is. “In Finland is het een eer om in het onderwijs te mogen werken, mede dankzij een bestendig beleid vanuit de overheid.”

Concreet zou, om de problematiek rondom het lerarentekort op te lossen, volgens Geert het onderwijsbudget omhoog moeten en moet vanuit visie het onderwijssysteem worden herzien, iets dat dus uiteindelijk echt bij de overheid ligt, maar waar bestuurders wel druk op uit kunnen oefenen. Het advies van de Onderwijsraad helpt hierbij.