De KSU is een van de schoolbesturen die samenwerken via het samenwerkingsverband Utrecht Leert. Onder de onderwijsorganisatie vallen 25 scholen met elk een eigen identiteit en is met zo’n 821 medewerkers een van de grotere schoolbesturen in Utrecht. Alice van Driel is werkzaam bij de KSU als projectleider zij-instroom en zij deelt graag haar visie en aanpak binnen de KSU op het gebied van zij-instroom. Het feit dat deze relatief nieuwe rol vorig jaar in het leven is geroepen binnen de organisatie, zegt veel over de visie van de scholengroep op zij-instroom. Zij-instroom wordt bij de KSU niet gezien als noodgreep of tijdelijke oplossing voor het lerarentekort, maar is volgens Alice eigenlijk een logisch gevolg van het visieplan duurzaam opleiden.
Een centrale rol
Alice van Driel werkt drie dagen in de week voor de KSU en concreet heeft zij twee dagen per week beschikbaar om op centraal niveau de werving, selectie en plaatsing van zij-instromers te coördineren en om samen met de scholen te zorgen voor de juiste infrastructuur om deze zij-instromers goed te kunnen begeleiden. De overige dag zet zij zich in op het vlak van binden en boeien van personeel, mobiliteit en vraagstukken van mensen die niet de klassieke starter betreffen. Alice geeft sinds oktober 2021 invulling aan deze gecombineerde rol en voelt zich als een vis in het water terwijl zij langzaam maar zeker steeds duidelijker heeft op welke manier zij meerwaarde kan creëren voor de KSU in haar rol als projectleider.
Werving en selectie
Een potentiële zij-instromer die contact zoekt met de KSU om te kijken naar de mogelijkheden, heeft een centrale ingang en komt bij Alice terecht. In een eerste matchingsgesprek wordt samen gekeken of er een klik is. Dat vraagt om mensenkennis. De selectie van een zij-instromer vraagt namelijk niet alleen om een klik met de organisatie maar ook om een breder inschattingsvermogen; lijkt iemand het in zich te hebben om leerkracht te worden en lijkt een zij-instroomtraject de juiste route. Deze afwegingen geven de werving en selectie van een zij-instromer een extra dimensie die vraagt om een bepaalde know-how. Alice heeft zelf ruim veertien jaar als directeur gewerkt bij heel uiteenlopende scholen in Utrecht, en ze merkt dat deze onderwijsachtergrond in combinatie met de mensenkennis die zij in de loop der jaren heeft opgedaan daarbij onmisbaar is:
‘Het helpt als je door dingen heen kunt prikken of bepaalde eigenschappen weet te herkennen.’
Overzicht
Alice heeft als projectleider een heel duidelijk overzicht van de situatie op de verschillende KSU-scholen en dat voorkomt uitval of in ieder geval teleurstelling. ‘Niet alle scholen zijn op dit moment al in staat om zij-instromers te begeleiden. Soms ligt de infrastructuur er nog onvoldoende en zijn mensen bijvoorbeeld nog niet in voldoende mate geschoold om passende begeleiding te kunnen bieden, bovendien vraagt het begeleiden van een zij-instromer ook iets van het hele team. Een team met veel starters en nieuwe mensen is niet altijd geschikt.
Juist de mix in een team maakt een rijke opleidingsplek voor de zij-instromer.
Een eerlijke kijk op de situatie helpt bij het vinden van de juiste match tussen school en zij-instromer en op die manier kun je het uitvalpercentage zo laag mogelijk houden. Bovendien zorgt het ervoor dat je samen met scholen die nog niet zover zijn, kunt gaan kijken wat er nodig is om in de toekomst toch die infrastructuur te realiseren, iets dat uiteindelijk weer zal leiden tot meer opleidingsplekken voor zij-instromers. Hoewel er nog niet enorm veel data beschikbaar is, lijkt het uitvalpercentage onder zij-instromers binnen de KSU relatief laag. De aanpak lijkt een succesformule.
‘Tot dusver is slechts één zij-instromer met het traject gestopt om haar andere en huidige werkzaamheden weer te hervatten. Alle andere zij-instromers zijn behouden voor het bestuur.’
De KSU is hier met recht enorm trots op.
Infrastructuur
De infrastructuur die scholen hebben om de begeleiding van een zij-instromer goed op te kunnen zetten, speelt wat Alice betreft een cruciale rol binnen een zij-instroomtraject. Een passende infrastructuur? ‘Dat houdt bijvoorbeeld in dat er een professionele cultuur bestaat op een school, een cultuur waarin opleiden echt centraal staat, waar een coach en een schoolopleider is, waar een parallel of een duo is waarmee iemand kan sparren. Dat er een omgeving is waar iemand veel kan leren, waar veel rolmodellen zijn en waar de directeur echt gelooft in de zij-instromer.’ Ervaring leert dat het ontbreken van een passende infrastructuur vaak leidt tot teleurstelling, bij de zij-instromer zelf maar zeker ook bij de school waar deze persoon terechtkomt. Iets dat er bij een school nog tot ver in de toekomst voor kan zorgen dat terughoudend wordt gereageerd op zij-instroom. Een gemiste kans.
Matching en maatwerk
Een succesvol matchingstraject heeft meer om het lijf dan het vinden van een school met de juiste infrastructuur, er zijn meerdere factoren die hierbij een rol spelen.
‘We hebben 25 scholen en daarmee zijn er heel veel kleuren, smaken en verschillen’.
Voorafgaand aan het eerste matchingsgesprek wordt een potentiële zij-instromer uitgenodigd om op verschillende scholen te gaan kijken om zich zo al een beeld te kunnen vormen van het beroep en om ervaringen en observaties op te doen die tijdens het matchingsgesprek besproken kunnen worden. Na een succesvol matchingsgesprek vindt een tweede gesprek plaats op een school. Welke school hiervoor geselecteerd worden hangt af van de wensen en begeleidingsbehoefte van de kandidaat. Echt maatwerk dus.
Blijven leren
De centrale organisatie van zij-instroom biedt nog meer voordelen. Omdat er onder de verschillende scholen veel ervaring bestaat met passende begeleiding, is er een schat aan informatie beschikbaar. Om dit optimaal te benutten heeft Alice vorig jaar een pilotgroep gevormd, bestaande uit vijf scholen die relatief veel zij-instromers begeleiden, zogenaamde expertisescholen. Het doel? Met elkaar van gedachten wisselen, samen nadenken over relevante thema’s op het gebied van begeleiding van zij-instromers maar bovenal om met en van elkaar te leren. Vier keer per jaar komen de schoolopleiders en coaches van deze scholen met Alice bijeen en tijdens die bijeenkomsten wordt aan de hand van een aantal thema’s nagedacht en gesproken over uitdagingen en oplossingen. Het gaat dan om thema’s als: hoe bescherm je de zij-instromer tegen alles dat er vanuit het vak op ze afkomt. Maar ook, wat vraagt dat van de duo. Iemand krijgt namelijk geen duo naast zich, maar een zij-instromer en dat is echt wel heel erg anders. Dat vraagt wat van iemand. Wat heeft deze duo dan nodig om hier goed mee om te gaan?
‘Er wordt tijdens de bijeenkomsten echt goed en kritisch gekeken naar de begeleidingskant én de faciliteerkant’
‘Omdat je regelmatig contact met elkaar hebt kun je soms heel eenvoudig kleine dingen oplossen, het zogenaamde laaghangend fruit pakken. Als het nodig is dan kun je samen besluiten nemen, spreek je onderling af om bepaalde dingen juist wel of juist niet meer te gaan doen.’
Onderzoek
Het komend schooljaar gaat de KSU nog een stapje verder in het benutten van de kennis, kunde en ervaring die binnen de pilotgroep aanwezig is. Er is behoefte aan onderzoek onder zij-instromers en degenen die binnen de scholen betrokken zijn bij de begeleiding van deze personen. Alice wil daarbij zorgen voor voldoende diepgang: ‘Je wilt professioneel echt stappen maken en goede voorstellen kunnen doen’.
Hoewel de onderzoeksvragen nog niet in beton gegoten zijn, is het voor Alice en de andere betrokkenen erg belangrijk om er in ieder geval achter te komen hoe de twee leertrajecten van de zij-instromer (te weten school en opleiding) het beste op elkaar afgestemd kunnen worden, en hoe dit aansluit bij wat zij-instromers daadwerkelijk nodig hebben. Maar ook: hoe kunnen we de begeleiding van iemand met een zij-instroom-in-beroep-achtergrond na certificering continueren zodat de zij-instromer een doorgaande ontwikkeling ervaart in de inductiefase.
De kracht van samenwerking
Het feit dat alleen al binnen de KSU, in een relatief korte periode, enorm veel bereikt is door intern de samenwerking op te zoeken en met elkaar te delen wat werkt en wat minder goed werkt, maakt dat Alice uitkijkt naar de toekomst en naar bredere samenwerking op dat vlak.