Where the magic happens

Schoolopleider en muziekdocent
Joost Overmars

Toen bleek dat een studie natuurkunde toch niet voor hem was weggelegd, ging het roer om. Joost deed op zijn vijfentwintigste auditie bij het Conservatorium en gaf zichzelf vijf jaar de tijd om uit te zoeken of een baan in het onderwijs als muziekdocent voor hem was weggelegd. Nu, meer dan dertig jaar later, vertelt Joost nog steeds enthousiast over zijn baan en het onderwijs. Een bevlogen, gepassioneerde schoolopleider en nog veel meer. Joost Overmars vertelt over zijn loopbaan, het leraarschap en verbinding.

Toen bleek dat een studie natuurkunde toch niet voor hem was weggelegd, ging het roer om. Joost deed op zijn vijfentwintigste auditie bij het Conservatorium en gaf zichzelf vijf jaar de tijd om uit te zoeken of een baan in het onderwijs als muziekdocent voor hem was weggelegd. Nu, meer dan dertig jaar later, vertelt Joost nog steeds enthousiast over zijn baan en het onderwijs. Een bevlogen, gepassioneerde schoolopleider en nog veel meer. Joost Overmars vertelt over zijn loopbaan, het leraarschap en verbinding.

Toen Joost in de jaren tachtig begon als docent werd hij in het diepe gegooid. Hier is de sleutel, daar is het lokaal, ga je gang. Begeleiding voor docenten was er in die tijd nog niet. Dat is inmiddels op veel plekken in Nederland anders geregeld, ook op het Cals College in Nieuwegein.
Joost werkt al sinds het behalen van zijn diploma aan het Conservatorium als muziekdocent, maar is daarnaast ook een ervaren schoolopleider die meerdere projecten onder zijn hoede heeft genomen. Joost zorgt samen met zijn team voor de begeleiding van docenten en studenten die nog aan de start van hun carrière in het onderwijs staan.

Het leraarschap. Meer dan wat dan ook gaat het als je voor de klas staat om verbinding want:

“De interactie tussen docent en leerling, dat is toch echt ‘where the magic happens’”

aldus Joost. Een goede leraar moet volgens hem contact kunnen maken met leerlingen en dat ook durven. Want je neemt jezelf altijd mee bij het lesgeven. Je eigen persoonlijkheid bepaalt grotendeels hoe je lesgeeft. Ook je angsten, onzekerheden en hoe je daarmee omgaat spelen hierbij een rol en dat kan knap lastig zijn voor mensen die net beginnen. Want: “Het leraarschap”, zo vertelt Joost, “is een vaardigheid en vaardigheden leer je niet door erover te praten. Die moet je trainen. Door vallen en opstaan.” Zijn ervaring leerde hem dat het, als je aan iets nieuws begint, vaak vier jaar duurt voordat je iets echt in de vingers hebt, voordat je weet of iets werkt.

Zelf herinnert Joost zich nog goed een les in zijn tweede week. Het was dinsdag, er stonden die dag zeven lessen gepland, de laatste les aan MAVO3, een notoire lastige klas. Hij had nog niet echt duidelijk een beeld bij wat hij moest doen en deed maar wat. Er zat een groepje ‘rotjochies’ in de klas. Een van hen stak halverwege deze laatste les heel wijs zijn vinger op en vroeg: “meneer, wanneer komt de echte leraar weer terug?” Joost besloot (uit emotie) om maar direct zijn grenzen aan te geven, en gaf in niet mis te verstane bewoording antwoord. Daar kun je je vast zelf een voorstelling van maken. Het was doodstil, Joost ging door met de les en hij heeft nadien eigenlijk nooit meer last gehad van die klas. Een waardevolle les, misschien niet op de meest correcte manier uitgevoerd destijds, maar wel een les die hij startende docenten ook mee zou willen geven: “Geef direct je grenzen aan en wees daarin jezelf”.

“Geef direct je grenzen aan en wees daarin jezelf”

Bij de begeleiding van nieuwe docenten op het Cals College gaat het daar ook voortdurend over. Waar ligt jouw grens? En welke grens is nodig om een les goed te laten verlopen? Bijna alle beginnende docenten willen namelijk graag de relatie goed houden met studenten en dat wordt vaak vertaald als ‘ze moeten mij aardig vinden’. Als je streng bent lijkt het of je niet aardig gevonden wordt. Joost stimuleert nieuwe docenten altijd om direct grenzen aan te geven, leerlingen om feedback te vragen en op zoek te gaan naar verbinding want zo zegt hij:

“Onderwijs gaat over verbinding. Verbinding met je leerling.”

Er zijn mensen die dit vanuit zichzelf al heel erg goed doen. Onbewust bekwaam zou je dit kunnen noemen. Nog een tip van Joost: als je om feedback vraagt, vraag dan eens wat vaker: hoe was deze les voor jou? En niet wat vond je van deze les. Maak het persoonlijk en ga het gesprek aan, ga op zoek naar verbinding.
Joost is dus naast docent ook schoolopleider. Een schoolopleider doet eigenlijk alles rondom het begeleiden en opleiden van nieuwe docenten. Op het Cals College wordt daar, sinds een jaar of vijf, tweeledig invulling aan gegeven:

  1. Persoonlijke begeleiding Elke nieuwe docent krijgt een persoonlijk begeleider die ook fungeert als coach en vertrouwenspersoon. Deze persoonlijk begeleiders zijn zelf docent, bij voorkeur uit een andere vakgroep. Hiermee bewaakt men heel erg de onafhankelijkheid en de vertrouwelijkheid van die begeleiders. Als begeleiders zelf ergens tegenaan lopen kunnen zij op hun beurt terecht bij de schoolopleider.
  2. Het donderdagochtendprogramma Hoewel bijna iedere school wel iets doet in de vorm van bijeenkomsten voor nieuwe docenten, is er op het Cals College gekozen voor een intensieve aanpak. De hele eerste helft van het jaar is er iedere donderdagochtend een bijeenkomst (of scholingsprogramma) van twee uur. Aan deze donderdagochtend wordt op verschillende manieren invulling gegeven zoals met intervisie en micro-teaching (mini-lesjes geven aan elkaar en elkaar voorzien van feedback). Iedere week is er een thema waar extra aandacht aan wordt besteed, bijvoorbeeld aan oudergesprekken, rubrics, onderwijs op maat, hoe zit het mentoraat in elkaar, formatief werken, etc. Soms worden hierbij ook externe partijen betrokken.

Of deze aanpak goed werkt is daar is niet eenduidig op te antwoorden. Er zitten meerdere aspecten aan. Over het algemeen is men van mening dat het prettig werkt. Je staat er namelijk niet alleen voor en het zorgt er bovendien voor dat mensen niet alleen in de bubbel van hun eigen sectie of vakgroep terecht komen. Wel is het een grote investering, voor het Cals College maar zeker ook voor de leraren. Je vraagt best wat van je mensen.

Over twee jaar gaat voor Joost het boek dicht, het pensioen is in zicht en iemand anders zal het stokje overnemen. Als de ietwat valse bel op het Cals in Nieuwegein gaat, grinnikt de muziekdocent in hart en nieren dat hij het toch wel heel mooi zou vinden als hij voor zijn vertrek nog iets zou kunnen doen aan die bel. Die valse bel.